In deze reeks interviews laten we een van de projectpartners van ‘Gezond ouder worden in twee werelden’ aan het woord. In deze aflevering spreken we Yvonne Kerkhof, hoofddocent en onderzoeker bij het lectoraat Verpleegkunde aan Hogeschool Saxion en projectleider van het project dat zich richt op het gezond en vitaal ouder worden van Turks-Nederlandse ouderen.
Waar zijn jullie momenteel mee aan het werk?
‘’Sinds kort is een tweede groep studenten van Hogeschool Saxion aan de slag gegaan met dit project. Zij richten zich op de dagbesteding van IMEAN Care en gaan onderzoeken wat de wensen van de deelnemers van de dagbesteding zijn, net als de wensen van ouderen in de wijk. We willen de integratie tussen beide groepen bevorderen en betekenisvolle activiteiten samen met hen bedenken. Het einddoel van deze groep richt zich op een idee of een prototype van een interventie voor de ouderen, waarmee een volgende groep studenten ook weer aan de slag kan gaan.’’
Wat heeft de eerste groep studenten die aan het project werkte precies gedaan?
‘’De samenwerking met deze groep studenten was heel mooi. Zij gingen vol voor de doelgroep, de Turks-Nederlandse ouderen. Zij hebben een Turkstalige animatie gemaakt waarin stap voor stap wordt uitgelegd hoe beeldbellen via WhatsApp werkt, om zo contact op afstand beter mogelijk en meer gebruiksvriendelijk te maken. Een groot deel van deze studenten had ervaring met de problemen waar de Turks-Nederlandse ouderen tegenaan lopen, door hun eigen achtergrond. De taalbarrière die deze ouderen ondervinden en de eenzaamheid, dat herkenden de studenten vanuit hun eigen omgeving. Het hielp enorm dat deze studenten de Turkse taal spraken, en we konden hun netwerk goed gebruiken.’’
Waarom is het belangrijk om op de Turks-Nederlandse migrantenouderen te focussen?
‘’In de grote steden in Overijssel, Deventer, Enschede, Hengelo en Almelo, wonen veel Turks-Nederlandse ouderen. Vandaar dat we ons binnen dit project op deze steden richten. De problemen van deze groep liggen op meer vlakken, dat maakt het complex. Nu deze mensen oud worden zijn ze extra kwetsbaar. Ze hebben doorgaans problemen met de Nederlandse taal, ze zijn minder digitaal vaardig en ze kampen vaak met een verminderde lichamelijke gezondheid. Zo komt er bij deze groep vaker diabetes en dementie voor. Ze weten daarnaast vaak de weg naar zorgondersteuning niet te vinden en steunen veelal op mantelzorgers, die daardoor overbelast kunnen raken. En daarnaast is er vaker sprake van mentale problemen, zoals depressie en eenzaamheid.’’
Hoe zijn deze problemen ontstaan?
‘’Dit komt door de beperkte integratie van deze mensen destijds. Tussen ongeveer 1960 en 1980, toen zij naar Nederland kwamen voor werk, is er vanuit de Nederlandse overheid weinig inspanning geleverd om deze mensen een plek te geven in onze maatschappij. Er werd aangenomen dat hun verblijf tijdelijk was. En daar plukken we nu de bittere vruchten van. Dit was lange tijd een vergeten groep, maar nu is er gelukkig meer aandacht voor hun schrijnende problemen. Gemeentes onderkennen steeds meer dat deze groep aandacht verdient.
Het is daarbij belangrijk om te benadrukken dat de Turkse-Nederlanders zich op een bewonderenswaardige manier georganiseerd hebben. Ze denken heel groepsgericht en harmonie binnen een groep is belangrijk. Cultureel, religieus en politiek hebben zij zich heel goed georganiseerd. Voor mij is het nog een kunst om juist die krachten van de groep te leren kennen en daar een beroep op te doen voor het gezamenlijk ontwerpen van activiteiten om eenzaamheid tegen te gaan. Je moet juist uitgaan van die krachten en daarop aansluiten, daarmee valt misschien wel veel winst te behalen.’’
Hoe pakken jullie de onderzoeken binnen het project aan?
‘’We willen binnen de onderzoeken participatief te werk gaan, dus samenwerken met de Turks-Nederlandse ouderen zelf en samen de interventies gaan ontwerpen. Dat is nog best ingewikkeld en kost tijd. Je moet bijvoorbeeld eerst een samenwerkingsrelatie hebben en vertrouwen creëren. Als onderzoeker moet je steeds op jezelf reflecteren en bedenken dat je niet aan het roer staat maar dat je het samen doet. Voor mij is dat echt leerzaam. Ik denk dat als je dit echt goed doet, je dan ook meer inzicht krijgt in hoe je bijvoorbeeld als verpleegkundige veel meer naast de patiënt kunt gaan staan doordat je nog beter weet hoe je moet aansluiten bij de wensen en behoeften van de individuele patiënt. Door in gezamenlijkheid te werk te gaan, maak je mensen ook heel zelfstandig. Ik vind het mooi dat er steeds meer aandacht komt voor deze manier van onderzoek doen. Ik denk dat het de sleutel tot succes is.’’
Merk je dat de ouderen openstaan voor deze manier van onderzoeken?
‘’Dat is nog best ingewikkeld en complex. Cultuurverschillen spelen hierbij bijvoorbeeld een rol. In de Nederlandse cultuur zijn we best wel individualistisch. Dat zie je nu ook met de coronacrisis; Premier Rutte doet een beroep op onze eigen verantwoordelijkheid. Wij zijn tegenwoordig minder top-down georganiseerd, in tegenstelling tot landen waar de overheid sterk bepaalt. Je merkt dat ouderen en migrantenouderen geneigd zijn om te kijken naar de onderzoeker als expert die moet bepalen wat er gebeurt. Dat speelt een rol bij de samenwerking met de migrantenouderen.”
Welke rol speelt technologie binnen jullie project?
‘’Binnen ons lectoraat speelt living technology een grote rol. Maar door de coronacrisis is technologie nog belangrijker geworden binnen het project. Zo kijken we bij het ontwerpen van een interventie naar hoe deze offline ingezet kan worden, maar zeker ook naar de online opties. Op die manier kan een interventie ondanks de coronamaatregelen ingezet worden.’’
Wat hoop je aan het einde van het project bereikt te hebben?
‘’Het zou mooi zijn als we een mooi netwerk hebben opgezet van ouderen en professionals binnen Overijssel en daarmee cultuur-sensitieve zorg meer op de kaart hebben gezet. En dat men weet dat we binnen Saxion werken aan de gezondheid en het welbevinden van Turks-Nederlandse ouderen en diverse migrantengroepen. Ik hoop dat we dan samen met het netwerk verder aan de slag kunnen gaan om interventies te ontwikkelen om deze mensen blijvend te ondersteunen bij het gezond ouder worden.
Mijn intentie is om ook nog een groter project te op te zetten dat zich richt op eenzaamheid van oudere migranten. Ik wil dan verder onderzoeken hoe je de sociale participatie van mensen met een Turkse migratieachtergrond kunt bevorderen door samen te werken aan het opzetten van wijkgerichte betekenisvolle activiteiten. Het zou mooi zijn als dat dan tegelijkertijd het gezond ouder worden positief beïnvloedt en de onderlinge relaties versterkt tussen ouderen en professionals. Dit huidige project ‘In2Werelden’ biedt een mooi leernetwerk voor toekomstig onderzoek.”
Kijk hier voor meer informatie over het project, meer informatie over de eerste projectgroep en kijk hier voor de Turkstalige animatie over beeldbellen via WhatsApp.